Kinderen

Herkent u het volgende bij uw kind?

• Veranderingen in zijn/haar gedrag als gevolg van gebeurtenissen op school;
• Zich minder prettig voelen op school;
• Verhoogde frustratie door school, zich uitend in bijv. snel huilen of boos of agressief worden;
• Regelmatig een dag oververmoeid zijn zonder duidelijke redenen;
• Buitengewoon veel spanning voelen voor toetsen, hardop voorlezen, beginnen /maken/inleveren van opdrachten;
• Ondefinieerbare buikklachten;
• Spijbelgedrag of vaak ziek zijn;
• Een slechte concentratie, snel afgeleid of dromerig zijn;
• Zich niet begrepen voelen op school;
• Het gevoel dat hij/zij veel te hard moet werken terwijl de resultaten uitblijven;
• Een sterk toegenomen perfectionisme, soms tot in de kleinste details;
• Zich vervelen op school en daardoor niets meer doen. 

Dit zijn vaak signalen dat een kind niet of moeilijk de juiste aansluiting kan vinden op school. 

Hoe ontstaat dat (gedeeltelijke) gemis aan aansluiting?

Deze signalen ontstaan heel vaak als een kind een conceptueel denker is. Daar worden vaak labels aangehangen zoals dyslexie, ADHD, ADD, dyscalculie, autisme en/of hoogbegaafdheid. Labels die doen vermoeden dat er iets mis is met uw kind. In werkelijkheid betekent dit dat ons onderwijssysteem zo lineair en gestandaardiseerd is ingericht dat een aanzienlijke grote groep kinderen die aansluiting mist of te weinig uitgedaagd wordt. Zij passen niet in het schoolsysteem. Met deze kinderen - en daarmee ook met uw kind - is in die zin niets mis! 

Dat betekent niet dat er geen probleem is. Een school en opleiding afmaken is in onze maatschappij over het algemeen wel nodig om op latere leeftijd een eigen inkomen te kunnen verwerven. Wat daarbij helpt is als kinderen al op vroege leeftijd inzicht krijgen in hoe dat conceptuele denken werkt en welke handvatten hen kunnen helpen om daar beter mee om te gaan. 

Wat is conceptueel denken?

Kortgezegd is het een andere denkstijl die voortkomt uit een sterke voorkeur voor het denken en informatie verwerken met de rechter hersenhelft, de zogenaamde rechtsbreinigen. Linksbreinigen zijn in onze maatschappij in de meerderheid, hebben een denkstijl die wij het lijndenken noemen, en passen over het algemeen beter in het schoolsysteem. Dit verschijnsel noemen we ook neurodiversiteit: een verschil in hoe mensen denken, hoe hun brein georganiseerd is en hoe prikkels in het brein worden verwerkt. Meer daarover op deze pagina.

Neurodiverse kinderen (én volwassenen) kunnen informatie wel degelijk opslaan en verwerken, maar hebben daar een andere methodiek voor nodig. Er komen mondjesmaat wel meer methodieken in opmars, maar wat vooral belangrijk is dat kinderen, jongeren en volwassenen hun eigen manier van leren en werken moeten ontdekken. Vanuit deze benadering wordt uitgegaan van de kracht van het kind, van de kracht die een "ander" brein geeft en hoe die kracht ingezet kan worden om je eigen positie in de groep/maatschappij te verwerven. Dat wil niet zeggen dat bovenstaande labels of diagnoses onterecht zijn en problemen volledig verdwijnen, maar deze benadering biedt daarmee een wezenlijk nieuw en positief perspectief.

Het is voor kinderen en adolescenten vaak een grote opluchting te horen dat het niet aan henzelf ligt dat sommige dingen of vakken niet goed gaan op school. Zo wordt het gebrek aan concentratie vaak gewijd aan een fysiek probleem van het kind. Vaker heeft het te maken met snel afgeleid worden door de eigen associaties en het snel en beeldend denkende brein van een conceptueel denker. Het betekent vaker dat het brein te weinig te doen heeft, te weinig uitdaging heeft. Dat vereist dus een andere input en niet zozeer een andere instelling van het kind zelf. Wilt u weten wat de kenmerken zijn van het conceptuele denken? Klik dan hier!

Waarom gaat het mis op school?

Mirjam van Beekum en Anne-Marie Hartmann begeleiden beiden kinderen en jongeren en vertellen daarover in deze podcasts.

Luister naar hun verhalen in deze podcasts door op het ► icoon te klikken.

Wat kunnen wij voor u en uw kind betekenen?

In individuele coachgesprekken, workshops of trainingen met uw kind bieden wij het volgende:

• Inzicht, herkenning en erkenning in het conceptuele denken en het zijn wie je bent;
• Handvatten om minimaal 2x sneller te lezen en beter te schrijven;
• Tips en trucs om je verhaal zodanig te vertellen dat de anderen het snappen en kunnen volgen;
• De techniek van het Mind-mappen: een manier om de brug te slaan tussen het conceptuele denken en het lijndenken;
• Tips en trucs voor het maken van toetsen en examens;
• Stress- en faalangst-reductie zodat ook de negatieve symptomen van alle bovenstaande labels (grotendeels) verminderen;
• Inzichten in de eigen talenten en kwaliteiten;
• Tips om de schooltijd door te komen zonder teveel aan je eigen kunnen en identiteit in te hoeven leveren.

Wij hebben in het land diverse collega's die ook op deze manier werken en gespecialiseerd zijn in het werken met kinderen en jongeren:

• Meppel: Anne-Marie Hartmann

  Trainer en Systeemcoach
  Zomerdijk 9 E, 7942 JR Meppel
  Tel. 06 - 16 58 00 44
  www.buroblooming.nl
  Contact haar

• Ede: Mirjam van Beekum

  Dyslexie- en Neurodiversiteit coach voor kinderen en jongeren
  Rijnhof 14, 6715 LS Ede (gld)
  Tel. 06  - 33 17 97 50
  www.deomarming.com
  Contact haar

U kunt ons natuurlijk ook contacten:

Contact ons

Leestips voor ouders

We hebben een uitgebreide literatuurlijst samengesteld die zowel voor ouders als voor leerkrachten en professionele begeleiders van conceptueel denkende kinderen interessant is.

Klik hier om de lijst te bekijken.

Leestips voor kinderen!

Wanneer conceptueel denkende kinderen zich slecht kunnen concentreren op bijvoorbeeld de AVI-boekjes, maar dat wel moeten om goed te leren lezen, geef ze dan een moeilijker boek! Dat klinkt tegenstrijdig, maar juist bij conceptueel denkende kinderen is het belangrijk dat de inhoud van het boek hen aanspreekt. Een kinder-encyclopedie doet vaak wonderen wanneer het onderwerp het kind interesseert.

 

Op de volgende pagina vind je veel tips voor leuke leesboeken voor kinderen. Klik hier.

• Lees vooral boeken die je leuk vindt!
• Zorg dat je zelf mag kiezen wat je wil lezen.
• Als je een boek leest, hoef je niet alle woorden te kennen. Die ga je vanzelf begrijpen wanneer je verder leest.
• Lezen is verhalen of informatie tot je nemen. Om te kunnen lezen hoef je niet te kunnen spellen of foutloos te kunnen schrijven!
• Je mag gerust boeken voor oudere of jongere kinderen kiezen, daar is niets mis mee.