Dyscalculie
De kwaliteiten van mensen met dyscalculie
- denken in concepten, in beelden, in associaties. Dit is een heel snelle manier van denken;
- zijn zien daardoor veel verbanden en structuren waardoor zij in staat zijn om snel op veel verschillende impulsen en situaties in te spelen;
- weten regelmatig de oplossing van een som zonder deze te hebben berekend;
- zijn vaak een stap verder dan de rest;
- zijn op zijn best in crisistijd, ze hebben snel oplossingen voor lastige situaties;
- kunnen goed improviseren en kritisch denken;
- hebben een sterke intuïtie;
- hebben veel ideeën en zijn innovatief;
- kunnen problemen of situaties van verschillende kanten bekijken;
- zijn creatief en gevoelig voor sfeer, kleur en schoonheid;
- weten van tevoren wat er mis/goed gaat;
- kunnen meerdere taken tegelijk uitoefenen.
- hebben veel ideeën en kunnen met veel dingen tegelijk bezig zijn.
De definitie van dyscalculie
Dyscalculie betekent letterlijk 'niet kunnen berekenen' en wordt gezien als een leerstoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het leren en het vlot en accuraat oproepen en toepassen van rekenkundige of wiskundige kennis.
Onze definitie is dat het een combinatie is van:
een dominantie van de rechter hersenhelft in het denken dat zich uit in een conceptuele manier van denken, én:
een natuurlijke, aangeboren, zwakte voor het verwerken van cijfermatige codes.
Podcasts over dyscalculie
Je kunt deze podcasts beluisteren door op het play ► icoontje te klikken.
Belangrijk:
In onze ervaring is het mogelijk om minder last te hebben van de kenmerken van dyscalculie op het moment dat je leert omgaan met jouw conceptuele manier van denken.
De kenmerken van dyscalculie
Kinderen en volwassenen met dyscalculie hebben in meer of mindere mate last van:
- cijfers en getallen kunnen herkennen, lezen of op de juiste manier kunnen opschrijven;
- het kunnen lezen van de tijd;
- het op de goede plaats zetten van cijfers en getallen;
- het beheersen van de rekenregels.
- een onbalans in rekenen en bijvoorbeeld taal of andere vaardigheden. Rekenen scoort slecht, maar andere vakken en vaardigheden scoren dan hoog. Is het IQ heel hoog of in een aantal onderdelen van een IQ-test, dan kan er zelfs sprake zijn van hoogbegaafdheid;
- moeite hebben om de kern van het verhaal mondeling of op papier weer te geven terwijl het perfect in je hoofd zit;
- moeite hebben om in een vergadering op het juiste moment het goede antwoord te geven;
- problemen in de motorische coördinatie;
- concentratieproblemen;
- hooggevoeligheid: impulsen, prikkels en emoties worden sterker waargenomen of gevoeld;
- moeite hebben met persoonlijke organisatie, dat wil zeggen moeite met ordenen van bijvoorbeeld je gedachten, je dag, je agenda en met timemanagement;
- onder het eigen intelligentieniveau werken;
- last hebben van prestatiedrang: denken dat het nooit goed genoeg is bij alles wat je doet;
- faalangstig zijn of paniek ervaren bij het maken van toetsen of rekensommen;
- ervaren dat "iets er wel in zit, maar er niet uit komt";
- onzeker zijn of een laag zelfbeeld hebben als gevolg van bovenstaande;
- niet weten wat je specifieke kwaliteiten zijn omdat je je altijd hebt gericht op wat een ander wél kan - bijvoorbeeld goed kunnen rekenen - en jij dus niet.
Opmerking: Dyscalculie is een diagnose die officieel alleen door psychologen en orthopedagogen gesteld mag worden.