Dyslexie
Dynamika heeft een website die alleen maar gericht is op dyslexie: www.werkendyslexie.nl.
Daar vind je informatie en filmpjes over dyslexie, tips om daar beter mee om te leren gaan en ons trainings- en coachaanbod om veel effectiever te kunnen leren werken en/of studeren.
De kwaliteiten van dyslectici
- denken in concepten, in beelden, in associaties. Dit is een manier van denken die heel snel gaat;
- kunnen goed improviseren en kritisch denken;
- hebben een sterke intuïtie;
- hebben veel ideeën en zijn innovatief;
- zien snel oplossingen voor complexe problemen;
- kunnen problemen of situaties van verschillende kanten bekijken;
- zijn creatief en gevoelig voor sfeer, kleur en schoonheid;
- denken ver vooruit;
- willen steeds de volgende stap zetten;
- weten van tevoren wat er mis/goed gaat;
- kunnen meerdere taken tegelijk uitoefenen.
Meer over de kwaliteiten van dyslectici vind je hier.
De definitie van dyslexie
Dyslexie is een probleem met het automatiseren van taal. Dyslectici hebben in meer of mindere mate moeite met het vloeiend en nauwkeurig lezen en spellen van taal en het vlot verwoorden van hun gedachten op schrift of in spraak. Zowel in de schriftelijke als in de mondelinge communicatie, heeft de dyslecticus moeite met het structureren van zijn verhaal, het vertellen van begin naar einde.
Belangrijk:
In onze ervaring is het mogelijk om minder last te hebben van de kenmerken van dyslexie op het moment dat je leert omgaan met jouw conceptuele manier van denken.
De kenmerken van dyslexie
Je kunt bij volwassenen dyslexie herkennen aan één of meer van de volgende kenmerken:
- moeite hebben met lezen en schrijven;
- moeilijkheden ervaren in de letter-klank-koppeling, waardoor het lezen, herkennen en reproduceren van letters en woorden moeite kost;
- storingen ervaren in een woordbeeld of zinsbeeld: de dyslecticus leest of schrijft een verkeerd woord, respectievelijk de grammatica van een gelezen of geschreven zin klopt niet.
- een lagere snelheid van verwerking van de woorden;
- moeilijkheden in andere aspecten van taal, zoals het onder woorden brengen van je verhaal of idee of jezelf presenteren;
- Een onbalans in taal en bijvoorbeeld rekenen of andere vaardigheden. Taal scoort slecht, maar andere vakken en vaardigheden scoren dan hoog. Is het IQ heel hoog of in een aantal onderdelen van een IQ-test, dan kan er zelfs sprake zijn van hoogbegaafdheid;
- moeite hebben om de kern van je verhaal mondeling of op papier weer te geven terwijl het perfect in je hoofd zit;
- moeite hebben om in een vergadering op het juiste moment het goede antwoord te geven;
- problemen in de motorische coördinatie;
- moeite met hoofdrekenen of getallen onthouden;
- concentratieproblemen;
- hooggevoeligheid: impulsen, prikkels en emoties worden sterker waargenomen of gevoeld;
- moeite hebben met persoonlijke organisatie, dat wil zeggen moeite met ordenen van bijvoorbeeld je gedachten, je dag, je agenda en met timemanagement;
- onder je intelligentieniveau werken;
- last hebben van prestatiedrang: denken dat het nooit (goed) genoeg is bij alles wat je doet;
- faalangstig zijn of paniek ervaren bij het maken van toetsen of schrijven/lezen van teksten;
- ervaren dat "iets er wel in zit, maar er niet uit komt";
- onzeker zijn of een laag zelfbeeld hebben als gevolg van bovenstaande;
- niet weten wat je specifieke kwaliteiten zijn omdat je je altijd hebt gericht op wat een ander wél kan (goed lezen en schrijven) en jij dus niet.